Trouw

En wilt u er Franse frietjes bij?

Het was toch geen 1 aprilgrap, de aankondiging van Anton Nijholt, vorig jaar, dat hij een symposium over gecomputeriseerde humor wilde organiseren. Vandaag begint het in Enschede, onbegrijpende en boze reacties ten spijt.

Computational humor, niet eerder stonden beide woorden bijeen in een symposiumtitel. Computer en humor, dat zijn onverenigbare grootheden, hoorde de Twentse hoogleraar theoretische informatica Anton Nijholt talloze malen in de voorbije maanden. Ronduit kwáád werd een collega van een andere universiteit, die Nijholt maar niet bij naam noemt. Hij vond het thema te onbenullig om er enkele wetenschappelijke zwaargewichten voor naar Enschede te Iaten komen. Computerpionier Marvin Minsky, bestsellerauteurs Douglas Hofstadter en John Allen Paulos: het zijn bepaald niet de minsten. Hebben zij iets zinnigs te melden over een vakgebied - als het dat al is? Nijholt: "Onze faculteit bestaat vijftien jaar. Dat willen we vieren. Ik heb geld gekregen om iets leuks te organiseren dat aansluit bij het werk dat we hier doen: het leren begrijpen van taal met behulp van de computer. Door te proberen menselijk gedrag in formele mathematische modellen vast te leggen, kunnen we iets meer te weten komen over hoe mensen denken. Humor hoort daarbij." "Daarnaast zijn er praktische toepassingen denkbaar. Bij het automatisch vertalen bijvoorbeeld. Humor hoort bij taalgebruik, en het is belangrijk te weten hoe je humor de ene taal als zodanig kunt herkennen en kunt overbrengen op een andere taal. En een computer kan wel gedwee melden dat een gebruiker voor de zoveelste keer error 321 heeft veroorzaakt, maar op een zeker moment zou hij die melding ook eens gepaard kunnen laten gaan met een grapje."

In Enschede zal niemand humor computer zomaar aan elkaar vast knopen. Taalkundigen zullen eerst vertellen hoe een grap in elkaar steekt; ze zullen de 'theorie van de ongerijmdheid' uitleggen, een wetenschappelijke verklaring voor het effect dat een grap op mensen kan hebben. "Er moet sprake zijn van een situatie waarbij op een bepaald moment iets niet klopt", legt Nijholt uit. "Je beseft dat het niet klopt, en vervolgens besef je waarom het niet klopt. Dat leidt dan tot De Lach. Het zal nog heel lang duren eer we dit alles in een computermodel hebben ondergebracht." Aan Nijholts faculteit is inmiddels iemand afgestudeerd op de curieuze relatie tussen computer en humor. Dat leverde in elk geval één grap op die weliswaar is voorgekookt, maar die wel inzicht geeft in het gevoel voor humor van de hedendaagse computer. De student combineerde een reeks voorspelbare gebeurtenissen tijdens een bankoverval met handelingen die in een McDonald's worden verricht. Na geruime tijd combineren vroeg de bankrover 'Geef me al je geld!' en antwoordde de kassier: 'En wilt u er Franse frietjes bij?'.

Nijholt laat er geen misverstand over bestaan: de hedendaagse computer is niet bij machte welke grap dan ook te herkennen, laat staan te doorgronden. "Het is een moeizame aangelegenheid. Als ik de programmaatjes zie waarmee mensen nu bezig zijn, dan denk ik: we zijn niet verder dan het stadium waarin het onderzoek naar kunstmatige intelligentie in de jaren vijftig en zestig verkeerde. Een computer kan nu en dan 'zien' dat er in een tekst een vreemde wisseling van context plaatsvindt, maar hij kan niet beoordelen of dit grappig is bedoeld of niet. Dat is een groot probleem voor de automatische grappengenerators. Pardon? "Ja, fully automatic high quality joke generators, om ze zo maar te noemen. Op het symposium komen onderzoekers uit Edinburgh die een model hebben ontwikkeld om de computer grappen te laten genereren. Zoiets als: het is groen en het stuitert, rara wat is dat? In het Engels is dat dan een spring cabbage, een lente-kool waarbij spring twee betekenissen heeft. Hele lexicons hebben die onderzoekers gemaakt met woorden, hun eigenschappen en onderlinge relaties. In zo'n lexicon heb je allerlei dingen die groen zijn en allerlei dingen die stuiteren. Vervolgens is het een kwestie van combineren tot je op iets grappigs stuit. Maar waarom een combinatie grappig is, dat weet de computer dus niet." De Ierse grappengenerator is het enige alternatief voor de oudejaarsconferencier dat de wetenschap momenteel te bieden heeft. Een menselijke humorist creert, een machinale grapjas genereert: binnen een ingeprogrammeerde verhaalvorm verandert hij de inhoud net zolang totdat er iemand begint te lachen.

"Regels hebben we nodig", zegt Anton Nijholt. "Regels waarmee een computer een tekst kan analyseren en na lezing kan zeggen: met een bepaalde mate van waarschijnlijkheid is dit grappig bedoeld. Dat is computationele humor. Dat is dus wat anders dan de redenering van iemand als Hans Dorrestijn, de cabaretier. Die legde in zijn laatste boekje uit dat er niets te lachen was geweest als hij in een van zijn verhaaltjes een ander woord had gebruikt. Op die manier kun je met een computer niet over humor praten. Een computer behoeft houvast."

Mark Traa, TROUW, 11 september 1996


Back to Anton Nijholt's Homepage.